Gepubliceerd op 5 december 2020 om 16:14
Mijn leven is goed...
Buiten dat ik een keer overspannen geweest ben en ik nu, drie jaar later, herstellende ben van weer zo’n periode. Ik vind burn-out zo zwaar klinken en kan me nog steeds niet voorstellen dat ik dat was/ben. Maar het blijkt zo te zijn. Verder strandde, zo rond m'n achtendertigste, mijn huwelijk en ervaar ik op het moment de problemen die gepaard gaan met ouder wordende ouders.
Iedereen heeft wat, ik hoor het je denken, en dat is natuurlijk ook zo. Er zijn echt ergere dingen, veel ergere dingen.
Mijn leven is dus goed...
Ik heb een leuk huis, een fijne vriend, een kat en financieel geen zorgen. Mijn beide ouders leven nog, en dat terwijl ik al vijfenvijftig ben. Mijn vader heeft Alzheimer, mijn moeder de ziekte van Crohn en de ziekte van Waldenstrom (een zeldzame en bijzondere vorm van lymfeklierkanker waarbij de kankercellen voornamelijk in het beenmerg zitten) beide ziekten hebben onder andere als symptoom, moeheid, wat zeker niet prettig is als je met iemand leeft die Alzheimer heeft, dat is namelijk een energievreter.
Verder is mijn leven dus goed...
En toch...in ene was het glas niet meer halfvol zoals bij mij altijd het geval is, ik ben een optimist van nature, maar was het glas halfleeg. In ene? Nee natuurlijk niet, dat denk je, maar zo werkt het niet.
Ik voelde me al langere tijd verloren in een baan die me vroeger veel plezier en energie gaf. Ik werk bij een bank. Althans op het moment dus niet door die burn-out. Ik vraag me af wanneer ik niet meer blij werd van mijn werk? Waarschijnlijk met ouder worden en de niet te stoppen digitalisering die plaatsvindt, in de hele maatschappij, maar zeker ook in de financiële wereld waarin ik werk. Reorganisaties, ik kan ze niet meer tellen. Veranderingen, zelfde verhaal. Veel klanten vinden dat allemaal helemaal niet klantvriendelijk, wat er weer voor zorgt dat ze er niet vrolijker op worden en ons werk niet leuker. Boze, schreeuwende, dreigende klanten. Niets is ons vreemd.
Ik begon als ‘baliemedewerkster’. In de jaren die volgde veranderde de naam van baliemedewerkster in een ongekend aantal verschillende benamingen voor een steeds weer veranderende functie. Geen idee meer welke namen het waren, alleen de laatste ken ik nog. ‘Adviseur Particulieren’, ‘Medewerker Dagelijkse Bankzaken’ en sinds kort ‘Medewerker Klantenservice’. Waar de functie voorheen draaide om service en advies met betrekking tot betalen, sparen, lenen en verzekeren, draait nu alles om fraudes, marktplaats fraude, phishing, financiële uitbuiting bij ouderen, de lijst is lang. Daarnaast is netwerken erg belangrijk, niet echt mijn ding. Waar vroeger de klanten een paar keer in de week langs kwamen om hun verhaal te doen, komen ze nu meestal om te mopperen. De bank was in mijn begintijd eigenlijk net de kapper. Een plek waar je samen kwam en je gelukkige en ongelukkige momenten van die week deelde. Je kan het je nu niet meer voorstellen, toch was het in de jaren tachtig echt zo. Nu wordt ik digitaal bestookt met Engelse termen: In ‘Squads’ werken… Je ‘Grow’ schrijven… Een ‘WrapUp’ maken etc etc..
Ik voel me steeds minder thuis en wordt er steeds onzekerder door.
Laatst kreeg ik een oud collega op visite, ze kwam een boek van me kopen. Het blijft zo leuk klinken dat er iemand mijn boek koopt. Ik ben best trots op mezelf. Niet iets dat ik normaal zo snel hardop zou zeggen. Ik ben namelijk wat onzeker. Volgens mijn therapeute heb ik een laag zelfbeeld. Voor de buitenwereld lijkt dat helemaal niet zo, zij zien mij eerder als sterk en zelfverzekerd. En dat maakt het juist lastiger, onder andere ook daarom zit ik nu thuis.
En toch...mijn leven is goed.
Maar terugkomend op het bezoek van mijn collega. Heerlijk was het weer even over de oude tijden bij de bank praten, de tijd van lol zonder zorgen, van jong zijn en geen gezeik. Van een bank die nog gezellig, klein en persoonlijk was. Van roken aan de balie. Van een directeur die zorgde voor een huis als je geen woonruimte meer had. Dan was er wel een etage boven een bankkantoor waar je je intrek kon nemen. Sociaal, persoonlijk. Reorganisaties hadden we niet. Onderbezetting had ik nog nooit van gehoord. Stress ons onbekend.. Alles is anders nu. Alles verandert. Als ik denk aan de jaren tachtig, krijg ik een melancholiek gevoel over me. Heerlijk, disco, jong, roken, drinken, wie maakte zich er druk om. Niemand. Geen zorgen over kanker, hartinfarcten. Geen ouders die verzorging nodig hebben. Niemand had nog kinderen. Niemand had zorgen. Heerlijk. Jong zijn. Nu klinkt het of ik daar naar terug verlang. Niets is minder waar, ik moet er niet aan denken. Iedere week feesten, iedere week de kroeg, ik zou er doodmoe van worden. Maar als ik muziek uit de jaren zeventig of tachtig hoor droom ik toch, net als denk ik iedereen van mijn leeftijd, weer even over die mooie onbezorgde tijd. Wat mij weer terug brengt naar het nu. Het leven van vrouwen na hun vijftigste is volgens mij helemaal niet zo ontspannen als ik zo vaak lees. Ik zie mensen om me heen ongeneeslijk ziek worden, sterven. Mensen niet veel ouder dan ik zelf. Angstig vind ik dat. En dan de zorgen voor ouders die steeds meer je hulp nodig hebben. Mijn vader heeft dus Alzheimer. Vreselijk, de angst niet meer te kunnen vertrouwen op je eigen verstand is verschrikkelijk. Mensen met Alzheimer zitten gevangen in hun eigen lichaam en zijn bang en onzeker. Bijkomend nadeel daarvan is dat veel patiënten agressief worden door hun angst en onzekerheid en dat degene die met ze samenleven daar het slachtoffer van zijn. Ik dacht altijd ach Alzheimer, je moet er maar een beetje om lachen. Mijn ervaring inmiddels is dat het een afschuwelijke ziekte is, die de patiënt en zijn omgeving veel energie en verdriet kosten. Gelukkig hebben we onze humor nog en kunnen we er ook om lachen met elkaar. Toch is het zwaar, heel zwaar, zeker voor mijn moeder.
Dus vrouwen boven de 50...onbezorgd…? Het is naar mijn mening een misverstand dit aan de leeftijd te koppelen. Misschien heb je je ouders al rond je veertigste verloren, ik zou er niet aan moeten denken, maar zorgen om ouders die niet meer zelfredzaam zijn heb je dan niet. En als dan de kinderen wel zelfredzaam, gezond en gelukkig zijn klopt het verhaal. Maar misschien ben je pas op je veertigste moeder geworden en zitten je kinderen nu in de pubertijd in plaats van dat ze inmiddels op zichzelf wonen. Als je dan daarnaast ook nog dementerende of zieke ouders hebt lijkt me dat niet de meest onbezorgde periode in je leven.
Rust boven de vijftig, voor sommige misschien, maar absoluut niet voor iedere vrouw.
Toch is mijn leven goed...

Reactie plaatsen
Reacties